Downloads
Vorig jaar - 2012 - Volgend jaar
Remmende voorsprong
De nationale context van het onderstaande veiligheidsonderzoek van de burgerluchtvaart in Nederland.
Het tweede Veiligheidsonderzoek Luchtvaart Nederland(VON), uitgevoerd door het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium in opdracht van DEGAS, heeft goed en slecht nieuws opgeleverd. Het goede nieuws is dat de veiligheid van luchtvaart in Nederland op hoog niveau ligt.
Het slechte nieuws is dat deze situatie vermoedelijk niet gehandhaafd zal worden. De wet van de remmende voorsprong gaat hier op: het veiligheidsniveau in de luchtvaart is zo uitzonderlijk hoog, dat de neiging ontstaat de publieke inspanning te verminderen en minder middelen aan luchtvaartveiligheid te besteden.
Zoals het VON laat zien, vindt bij de Inspectie Luchtvaart, onderdeel van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), een verschuiving plaats van inhoudelijke inspectie naar procesinspectie, terwijl tegelijk het aantal beschikbare inspecteurs en de institutionele kennis afneemt. Vooralsnog is geen analyse gemaakt van de mogelijke gevolgen hiervan voor het veiligheidsniveau.
De veiligheid van de burgerluchtvaart in Nederland anno 2011
Onderzoek door het NLR in opdracht van DEGAS
Doel van het veiligheidsonderzoek is de beantwoording van de volgende vraag: “Waar staan we nu, wat betreft de veiligheid van de burgerluchtvaart in Nederland?”. Deze vraag zal worden beantwoord vanuit het perspectief van veiligheidsmanagement. Hiervoor is gekozen omdat veiligheidsmanagement de gehele cyclus beschrijft van beleid tot veiligheidsresultaat inclusief de terugkoppeling naar beleid.
In het door K+V in 2006 uitgevoerde veiligheidsonderzoek is voor eenzelfde invalshoek gekozen, hetgeen een onderling vergelijk – hoe heeft de veiligheid van de burgerluchtvaart in Nederland zich de afgelopen 5 jaar ontwikkeld – mogelijk maakt. Ook zal aandacht worden besteed aan de internationale context: hoe verhoudt de situatie in Nederland zich tot die in het buitenland?
Development of International Aviation Rules and Standards
De internationale context van het bovenstaande veiligheidsonderzoek van de burgerluchtvaart in Nederland.
It has been a long ride for civil aviation in Europe to reach today´s organization and level of safety. Reaching this level has brought strong confidence to authorities and the public about how safe it is to fly. The number of accidents has fallen over the years and so has the number of fatalities. EU has over the years since 2003 taken over responsibility through EASA for the development of common regulations within all fields of aviation safety. The whole system is based upon the principle of shared responsibility between national authorities and EASA.
However, all over Europe Flight Safety Foundation has seen a development going the wrong way. Recently the Foundation pointed out that aviation authorities lack competent personnel, especially operations inspectors. There is a need for governments to address this problem by giving the national CAAs the funds needed and the necessary flexibility to attract skilled pilots and other personnel to fill the open positions. Only in a tight co-operation with national CAAs will EASA be able to keep up today´s level of flight safety.
Aanbiedingsbrief
Van de drie bovenstaande rapporten
Geachte heer Atsma,
Hierbij bieden wij u het resultaat aan van de vierjaarlijkse evaluatie van de veiligheid van de burgerluchtvaart in Nederland. We doen dit in de vorm van drie rapporten. Deze behandelen achtereenvolgens de kern, de schil en de internationale context.
De kern is het onderzoek van het veiligheidsmanagement van de luchtvaart op nationaal niveau. Dat onderzoek is in opdracht van DEGAS verricht door het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR),
De schil is de context waarin dat veiligheidsmanagement plaats vindt. Zoals gebruikelijk is dat deel door DEGAS zelf geproduceerd. De titel, Remmende voorsprong, geeft al aan dat er sprake is van goed nieuws en van slecht nieuws. Het goede nieuws is dat de veiligheid van luchtvaart in Nederland op hoog niveau ligt. Het slechte nieuws is dat dit niveau waarschijnlijk niet kan worden verbeterd en wellicht zelfs niet kan worden gehandhaafd.
Uit het NLR-onderzoek blijkt, dat bezuinigingen en reorganisaties hebben geleid tot veranderingen in taakopvatting bij de handhavende en inspecterende overheid en tot het afnemen van beschikbare middelen en kennis.