Organisatie
Drie van de zes elementen van de DEGAS-cirkel bevinden zich voornamelijk in de systeemwereld, een virtuele wereld, waarin mensen analyseren wat er gebeurt en ze systemen bedenken om die processen zo goed mogelijk te laten verlopen. De andere drie elementen bevinden zich vooral in de fysieke wereld, de leefwereld, waarin mensen daadwerkelijk dingen doen. Het lijnmanagement verbindt deze twee werelden.
De rol van het topmanagement is het scheppen van de ruimte waarin een lerende organisatie kan ontstaan door te zorgen voor een Just Culture.
De SHEQ-afdeling (Safety, Health, Environment, Quality) zorgt voor de analyse en voor de ontwikkeling van regels en procedures die gereedschap zijn. Bij het gereedschap dat de afdeling zelf gebruikt horen zaken als Bow-Tie, TRIPOD, Lean Six Sigma, enz. Maar dat is hun gereedschap en het is niet nodig daar de actoren in de eerste lijn, de mensen die in de fysieke wereld dingen doen, mee te belasten. Die hebben alleen de uitkomst nodig: regels en procedures die echt helpen.
De actoren in de eerste lijn dienen te beschikken over kennis en kunde, moeten dingen die verkeerd gaan melden, moeten het verhaal achter een voorval vertellen, en moeten aan de bel trekken wanneer de regels en de procedures die zijn bedacht in de systeemwereld niet blijken te werken in de fysieke wereld.
Het lijnmanagement moet bewaken dat de actoren inderdaad de benodigde kennis en kunde bezitten en moet, indien dat niet het geval is, aanvullende training aanbieden, moet de verhalen verzamelen achter de voorvallen en achter regels en procedures die niet werken, en moet er voor zorgen dat die de SHEQ-afdeling bereiken zodat ze kunnen worden geanalyseerd.